Achtergrond


Markegrenzen

Laakgang

Marken indeling

Marken nummering

Grenzen nummering

Uitleg kleur punt

De laakgang

De oudste vermelding van de term 'marke' stamt uit het jaar 12071. We kunnen aannemen dat 'marke' en 'laakgang' in dezelfde tijd zijn ontstaan. Immers, de term 'marke' wijst op markeren en deze grensmarkeringen moesten wel met de buren afgestemd worden en regelmatig gecontroleerd worden.

De oudste markeboeken beginnen in de 15e eeuw. In deze markeboeken worden laakgangen beschreven als rondgang langs de grens van de marke, waarbij steeds de aangrenzende marken vertegenwoordigd zijn. Het vereiste dus nog wel wat organisatie, omdat steeds een nieuwe buur het stokje overneemt. Zo getuigt Roloff van Langen in 1515 over een laakgang van de marke Rijssen van voor 1455:

Ik, Roloff van Langen, beken dat ik meegemaakt heb en erbij geweest ben toen de markegenoten van Holten samen met de erfgenamen van Rijssen gingen laken op de Borkeld. Daar bleven de Holter lieden staan en in hun plaats liepen de erfgenamen van Elsen met die van Rijssen de grens langs tot aan de Rijsserberg. Die van Elsen bleven daar staan. Nu kwamen de collega's van Enter en stelden de grens vast tussen hun marke en de marke Rijssen Zij gingen samen 'dat broeck bijlank' en hielden halt op de brug over de Regge. Nu kwamen de markegenoten van Rectum en liepen samen met die van Rijssen naar de 'Sluzendijcxkolck', daar bleven ze staan. Nu liep men met de Notterse erfgenamen naar de 'pael die noch van Langen campe steyt, ende gengen noch voert aen op den pael die in der helschen rytt steet, van den pael gingen die van Notter noch met die van Rijssen in de Vaele ryt. Daer bleven die van Noetter staen.' Vervolgens liep men met de markegenoten van Noetsele tot aan de Holterpaal.1

Wat betekent 'laak' of 'laken'?

De etymologische woordenboeken geven geen definitief uitsluitsel over de herkomst van 'laak' of 'laken' zoals wij het gebruiken. Het woord 'laak' betekende vroeger poel, plas, waterloop of beek. Een verklaring zou dan kunnen zijn dat de grens oorspronkelijke vaak een waterloop was, en zo het woord laakgang is ontstaan. Analoog wordt dan 'laak' synoniem met 'grens'. Deze gedachte is ook in het Woordenboek der Nederlandse Taal (zie punt 3.) te vinden.

Een andere verklaring loopt via het werkwoord 'laken', dat afkeuren betekent. De oorspronkelijke betekenis lijkt 'ontbreken' te zijn, vergelijk met het Engelse 'to lack'. Hoe het dan precies tot grens moet komen, is wat onduidelijk.

Een derde verklaring wordt gegeven door W.G.A.J. Röring2. Het werkwoord 'laken' zou oorspronkelijk insnijden, inkrassen betekenen. Dit zou dan kunnen verwijzen naar een ingekerfde boom die dienst deed als grensmarkering. De term 'laakpaal' is dan later 'grenspaal' gaan betekenen.
Hiermee in overeenstemming zegt D.J.F Wilmink: De grenzen van een marke waren op het terrein aangegeven met een steen of met een boom, waarin een teken was gesneden3.

Bronnen

  1. Jaap Riemens, Rijssen door de eeuwen heen (deel 1), p. 41 en p. 51, (1980).
  2. W.G.A.J. Röring, Kerkelijk en wereldlijk Twente, tweede deel p. 47, (1978, fascimile van uitgave 1911).
  3. D.J.F Wilmink, Old Hengel, (1972).