Punt aan de Peereboom
De naam 'Punt aan de Peereboom' komt uit het proces-verbaal van Wierden; de Hellendoornse versie zegt kortweg 'het bekende punt de Peereboom'. Het is het driemarkenpunt van Hellendoorn, Noetsele en Notter-Zuna. Ten zuiden van dit punt waren er veel verschillen van mening over het grensverloop1. Uiteindelijk (!) wordt in 1717 een grens vastgelegd die zo'n 100 jaar onbetwist lijkt. Deze grens loopt vanaf de Holterpaal naar de paal in 't Witte Veen (later de Nijkampspaal), en van deze in een rechte lijn naar de 'middelste vlag', tevens gemarkeerd door een kuil. Van dit punt in een rechte lijn naar de steen in de Aa-voort (Reggepaal). En van deze naar de paal bij de Eversberg. Er zullen (4) 'laeckstenen' geplaatst gaan worden, die er in 1724 nog niet staan. Op 16 augustus 1779 meldt het markeboek van Notter-Zuna dat de scheidstenen op de grens met Noetsele niet op de plaatsen liggen waar ze behoren te liggen. In 1813 wordt een onderzoek gedaan door de schout van Wierden wat er gebeurd is met de vier laakstenen:
- De eerste (de Nijkampspaal) is in het veen geworpen.
- De tweede is door 'Noetsele' verdonkeremaand.
- De derde zou een grote kei in de Lochterdijk vervangen, maar is ook (met de kei) door 'Noetsele' weggehaald.
- De vierde, bedoeld als grensmarkering bij erve Rontfoort, is nooit verder gekomen dan erf Wessels in Zuna. Daar heeft de bewoner hem "tot een varkenssomp doen uijthouwen".
In de zeventiger jaren van de 20e eeuw werd de oude varkensschuur van het erf Wessels afgebroken. Daarbij kwamen diverse zompen (voederbakken) vrij. Tot ieders verbazing bleek een van de zompen de oude grenspaal te zijn.
De zomp is uiteindelijk terecht gekomen in Wierden, waar hij op particulier terrein staat.
In 2020 is de plek nauwkeurig uitgemeten door de gemeente, en daar is een 'replica' geplaatst. Ook zijn houtwallen op de grenzen tussen Hellendoorn en Noetsele, en tussen Noetsele en Notter-Zuna aangelegd, vanaf dit punt. Deze zijn in 2021 al zichtbaar op luchtfoto's, net als de paal zelf.
Bronnen
- Jan Lohuis, Van Sudenae tot Zuna, 2007, blz. 99 e.v. en hoofstuk 22.